Een stukje geschiedenis

over historisch museum ”De Tien Malen”

Museum ‘De Tien Malen’ is in Putten gelegen op het landgoed Schovenhorst. Putten telt ca.24.500 inwoners en is een zelfstandige gemeente.

Naast het museum ‘De Tien Malen’ zijn er nog enkele museale instellingen: het Landgoed Schovenhorst met een zeer uitgebreide bomencollectie, het Puttense Stoomgemaal, de Gedachtenisruimte waarin de ramp van oktober 1944 wordt herdacht en de museumboerderij ‘de Mariahoeve’.

Putten is een oud dorp. De oudste akte waarin de naam Putten wordt genoemd, is de akte van Folckerus uit 855 waarin hij goederen overdraagt aan het klooster van Werden. In deze akte wordt Putten genoemd ‘in vico qui dicetur Puthem’, dus als vicus (buurtschap of dorp), een plaats waartoe zowel omvangrijke agrarische complexen als bossen behoren. Vanaf de stichting van een kerk in Putten in het begin van de tiende eeuw wordt deze buurtschap het centrum van het complex van buurtschappen die samen het kerkdorp (kerspel) Putten vormen. Putten behoort zo tot de oudste kerspels op de Veluwe en heeft enkele eeuwen lang een zeer groot gebied omvat. Later zijn Nijkerk (1416) en Voorthuizen van het kerspel Putten losgemaakt.

Naast bos en heide op de hogere delen van de gemeente bestaat Putten vooral uit agrarisch gebied. De meeste Puttense boerderijen behoren gedurende het Ancien Régime tot het goederenbezit van drie kloosters: Elten, Werden en de Abdinckhof te Paderborn. De Abdinckhof was verreweg de grootste grondeigenaar. Tot de secularisatie van deze goederen in 1803 werd namens de Abdinckhof bestuurd door een rentmeester, de kellenaar (vanaf de 16e eeuw uitsluitend paters van de Abdinckhof), gevestigd op een ‘hof’, de Kelnarij (vroeger gelegen aan de huidige Brinkstraat).

De aanwezigheid van deze paters heeft tot gevolg gehad dat sinds de Reformatie er binnen Putten altijd een (zij het beperkte) Rooms Katholieke geloofsuitoefening mogelijk was en vormde de basis voor de nog steeds bestaande RK parochie. Verder draagt Putten sinds de Reformatie een overwegend reformatorisch karakter.

Gedurende haar geschiedenis tot aan de huidige dag is de agrarische sector in Putten van overwegend belang gebleven. Vandaar dat het merendeel van de museumobjecten afkomstig is uit die sector. Vanaf het midden van de 19e eeuw tot aan de Tweede WO is ook de bosbouw van belang. Vooral in de 20e eeuw is daarnaast de recreatiesector een economische factor van belang geworden. In de tweede helft van de 20e eeuw is bovendien de (kleinschalige en schone) industrie in betekenis toegenomen. Deze twee laatste sectoren zijn nog te jong om ‘historie’ te zijn. De pottenbakkersactiviteiten kort voor de Tweede Wereldoorlog zijn wel historie en hebben in de collectie van het museum een vaste plaats gekregen. Hoewel diverse ambachten in de Puttense geschiedenis hun rol hebben gespeeld, is in het museum aan hun geschiedenis vooralsnog slechts een beperkte plaats voorbehouden. In de meerjarenplanning zal hier aandacht aan besteed worden, zoals de geschiedenis van generaties middenstanders van de vorige eeuw en de geschiedenis van de water- en wind gedreven molens daarvoor.

Putten is in de loop van de geschiedenis niet gespaard gebleven voor oorlogsgeweld. In de 15e, 16e en 17e eeuw heeft het dorp veel te lijden gehad en is veelvuldig (tenminste vijf maal) door brand verwoest. Hiervan zijn echter weinig sporen overgebleven.

Ook in de Tweede Wereldoorlog is Putten zwaar getroffen. Het wegvoeren van 650 mannen en het gedeeltelijk platbranden van het dorp in oktober 1944 door de Duitse bezetter heeft diepe sporen in de Puttense gemeenschap getrokken. Aan dit laatste aspect van de geschiedenis is in de Gedachtenisruimte van de Stichting Oktober 44 alle aandacht geschonken.

De geschiedenis van Museum ‘De Tien Malen’

De Stichting Puttens Historisch Genootschap (PHG) werd opgericht op 21 april 1990. Het doel was het vergroten en verbreiden van kennis van de Puttense geschiedenis en het streven naar behoud van objecten en situaties die van historisch belang of karakteristiek zijn voor Putten. Door het bestuur werden al gauw enkele werkgroepen gevormd. Met name de werkgroep archeologie was zeer actief. Bij opgravingen aan de oostzijde van de Oude Kerk, in de nieuwbouwwijk Husselerveld en elders binnen de gemeente werd veel kennis verzameld over de bewoningsgeschiedenis en werden talrijke voorwerpen veiliggesteld. Ook de werkgroep ‘roerende monumenten’ (agrarische, ambachtelijke en huishoudelijke voorwerpen) kreeg als gevolg van schenkingen een stroom van objecten te verwerken. Er werd gezocht naar een “onderkomen”.

Landgoed Schovenhorst bleek een bijgebouw in erfpacht te willen geven aan de Stichting. Het gebouw, dat dateert uit het midden van de 19e eeuw, had dienst gedaan als boerderij van het landgoed. Het is prachtig gelegen in de bossen, maar moest volledig geschikt worden gemaakt voor een museale bestemming. Met financiële ondersteuning van o.a. Gemeente en particulieren, advies van o.a. Erfgoed Gelderland en de inzet van talloze vrijwilligers werd het museum gerealiseerd. Op 21 mei 1999 kon de heer Esmeijer, lid van het college GS van Gelderland, de opening van Museum ‘De Tien Malen’ verrichten. De naam verwijst naar de tien maalschappen die vroeger in Putten bestonden. Toch bleef er een gebrek aan ruimte, met name ruimte om objecten te bestuderen en de conserveren. Daartoe werd een ander bijgebouw op het Landgoed Schovenhorst, de Werkschuur, met wederom veel vrijwilligerswerk geschikt gemaakt, zodat dit in 2003 in gebruik kon worden genomen. Alle restauratie- en conserveringsactiviteiten vinden daar nu plaats.

De oorsprong van de collectie

De collectie bestaat voornamelijk uit voorwerpen uit Putten uit alle tijden die aan het PHG zijn geschonken of uit eigen archeologisch onderzoek van deze stichting zijn voortgekomen. Een groot deel hiervan bestaat uit oude gebruiksvoorwerpen die op Puttense boerderijen en ambachtelijke werkplaatsen gebruikt zijn en dateren van vóór de mechanisatie en automatisering in deze sectoren. Daarnaast zijn dit folkloristische kledingstukken en kunstvoorwerpen waaronder vooral werken van de kunstenaars Bezaan, en Wildenhain. Alle aan het PHG geschonken objecten zijn aan het museum in permanente bruikleen verstrekt. Een aantal archeologische voorwerpen is in bruikleen van andere musea verkregen. In hoofdstuk 2 werken we de collectie verder uit.

Missie en doelstelling

van het museum

Museum ‘De Tien Malen’ is het enige museum in Putten dat beoogt een beeld te geven van de loop van de geschiedenis zoals die tot uitdrukking komt in de relatie van de mens tot het landschap. Het heeft daardoor een algemeen historisch karakter. Dit karakter komt ook tot uitdrukking in de doelstelling: ‘het samenstellen van representatieve collecties door middel van verzamelen, in stand houden en restaureren van voorwerpen van geschiedenis en kunst uit de gemeente Putten, het bestuderen daarvan en het visueel presenteren ten behoeve van studie, educatie en genoegen van een zo breed mogelijk publiek teneinde daarmee inzicht te verschaffen in de ontwikkeling van de historie van Putten’. Deze doelstelling geldt ook voor de leerlingen van voortgezet- en basisonderwijs en is onderdeel van heemkunde- onderwijs.

Het museum past daarmee goed in de gemeentelijke culturele infrastructuur, waarin naast ‘De Tien Malen’ ook ‘Landgoed Schovenhorst’, het ‘Putter Stoomgemaal’ en museumboerderij ‘Mariahoeve’ hun specifieke plaats innemen.

Een verdere doelstelling van het museum is dat het museum toegankelijk is voor bezoekers met een beperking. Vanaf begin 2023 vindt er een verbetering plaats van de toegankelijkheid van het museum plaats voor deze doelgroep. 

Tijdelijke exposities

Naast de permanente tentoonstelling hebben wij jaarlijks een tijdelijke tentoonstelling met wisselende onderwerpen. Dit om de aantrekkelijkheid van het museum te vergroten.

Zo is er in zomer van 2024 een tijdelijke expositie met het onderwerp : Putten op de Fiets. In de bovenzaal is een expositie te zien van de geschiedenis van de fiets, van de eerste loopfiets tot en met de modernste e-bike met alle varianten daar tussen. Het bijzondere van de tentoonstelling is dat het allemaal in Nederland gefabriceerde fietsen zijn en voornamelijk afkomstig uit Gelderland.

Verder is er een tijdelijke expositie van Puttense kunstenaars, die hun eigen visie hebben gemaakt op een historisch onderwerp / voorwerp,  dat in het museum aanwezig is.

De Tien Malen

en Stichting Oktober 44

Op dit moment  wordt er hard gewerkt om in het museum een permanente tentoonstelling te maken met als onderwerp: Putten in de tweede wereldoorlog / Razzia.

Op dit moment is er in de gemeente Putten ondanks de grote behoefte daarnaar geen permanente tentoonstelling  met dit onderwerp. Door een recente uitbreiding van het museum is er nu ruimte vrijgekomen om daar wel invulling aan te geven. Deze permanente tentoonstelling zal worden ingericht door de Stichting Oktober”44. Medio september 2024 zal deze tentoonstelling voor het publiek geopend worden. Dit mede omdat het in oktober 2024, 80 jaar geleden is dat de razzia in Putten heeft plaatsgevonden.

Het is 30 september 1944 als leden van het Puttense verzet een aanslag plegen bij de Oldenallerbrug tussen Putten en Nijkerk. Een auto van de Duitse Wehrmacht wordt beschoten. Een Duitse officier en een van de verzetsleden komen bij de aanslag om het leven. Drie Duitsers vluchten weg. De Duitsers nemen wraak. Zondagochtend 1 oktober wordt een grote ring gelegd om Putten. Later die ochtend lukt het vrijwel niemand meer om die ring te doorbreken. Alle bewoners van Putten worden uit hun huizen gehaald. Vrouwen en kleine kinderen moeten naar de hervormde kerk. De mannen naar een terrein achter de openbare school, daar vlakbij. Die dag worden zes mannen en een vrouw doodgeschoten. Aan het eind van de dag mogen vrouwen en kinderen naar huis, zij moeten de volgende ochtend terugkomen met eten voor de mannen. Een groot deel van de mannen uit de school mag naar de Oude Kerk. De Duitsers besluiten de hele mannelijke bevolking van Putten, van 8 tot 50 jaar oud, via Kamp Amersfoort naar Duitsland af te voeren. 

Op 2 oktober moeten alle mannen uit de kerk en zicht opstellen op de Markt. 659 mannen worden opgesteld in gelid en moeten naar het station marcheren. De vrouwen krijgen te horen dat de mannen worden afgevoerd, het dorp wordt platgebrand en dat binnen twee uur het dorp geëvacueerd moet zijn. De vrouwen krijgen nauwelijks kans om afscheid te nemen van hun geliefden. De mannen worden de trein in gedreven en afgevoerd naar Kamp Amersfoort. Ruim honderd woningen worden in de brand gestoken. In totaal zijn 110 huizen totaal verwoest. Op 3 oktober keren de vrouwen, jongens en oude mannen weer langzaam terug naar Putten.

Ruim een week later, op 11 oktober, marcheren 1.439 gevangenen van het kamp Amersfoort naar het station. Daarvandaan werden ze met de trein afgevoerd naar het Noord-Duitse concentratiekamp Neuengamme. Over de identiteit van de individuele gevangenen is weinig bekend. De kampadministratie is grotendeels vernietigd door de Duitsers. Wel is bekend dat zich in de stoet meer dan 600 mannen uit Putten bevinden. Van de 659 afgevoerde mannen zijn er 58 vrijgelaten uit kamp Amersfoort na medische keuring. Dertien weten te ontsnappen tijdens het begin van het transport van Amersfoort naar Neuengamme.

588 mannen komen daar later in oktober 1944 aan. Van hen keren er 48 na de oorlog terug naar Nederland, hier overlijden nog eens vijf mannen als gevolg van de ontberingen.